Energy Hubs: Wie A zegt kan ook B zeggen
TenneT maakte onlangs bekend dat Energy Hubs in regionale middenspanningsnetten weliswaar congestie verminderen, maar tegelijkertijd juist voor meer congestie zorgen in het landelijke hoogspanningsnet. In drie provincies (Flevoland, Gelderland en Utrecht) zijn Energy Hubs daarom per direct alleen nog mogelijk in combinatie met maatwerkafspraken met TenneT. Gevreesd wordt dat dit effectief een stop is op de Energy Hubs. En daarmee op de voortgang van de energietransitie op bedrijventerreinen en op de groei van vele ondernemingen.
Wat is hier precies aan de hand? En kunnen we van de nood misschien een deugd maken? Vanuit het gedachtegoed van de Wereld van B, probeer ik in dit artikel licht te laten schijnen op deze kwestie en nieuwe oplossingsruimte te creëren.
Het probleem 'meer tickets dan stoeltjes'
Energy Hubs bestaan uit samenwerkende bedrijven die proberen de beschikbare ruimte op het elektriciteitsnet zo goed mogelijk te benutten. Dit doen ze zowel fysiek (bijvoorbeeld door het verplaatsen van het gebruik van elektriciteit naar rustige momenten) als administratief (bundelen van transportcontracten). Zonder extra capaciteit te contracteren, komt er zo toch meer capaciteit beschikbaar.
Energy Hubs leken zo geruime tijd dé oplossing om bedrijventerreinen in tijden van steeds grotere netschaarste toch aan meer transportcapaciteit te helpen. Totdat TenneT roet in het eten gooide. Wat blijkt? Alhoewel de optimalisatie op de regionale netten goed uitpakt, is dat niet het geval op het nationale, hoogspanningsnet dat TenneT beheert. Daar telt alle extra gebruikte ruimte op tot totalen waar geen ruimte voor is.
Simpel gesteld: Er zijn door de netbeheerders meer tickets verkocht dan er stoeltjes in het vliegtuig zitten. Dit was geen probleem zolang niet alle tickets geclaimd werden. Nu dat wel gebeurt, zijn er plots stoeltjes tekort.
De oplossing 'energie niet meer invliegen'
Is dit het einde van de Energy Hub? Nee. Het is eerder een nieuw begin.
Energy hubs houden zich vooral bezig met het optimaliseren van de ruimte in ons bestaande, centrale elektriciteitsnet. In dat net transporteren we de elektriciteit van de plek van opwek (gascentrale, windmolenpark) naar de plek van gebruik (bedrijventerrein). Maar wat nu als we de energie benutten die daar lokaal al aanwezig is? Dan is transport via het centrale net niet meer nodig!
Duurzame energie is, in tegenstelling tot fossiele energie, overal al aanwezig en hoeft dus niet meer overal naar toe te worden getransporteerd. In dit simpele gegeven zit een enorme kans voor de Energy Hubs: richt je niet langer uitsluitend op optimalisatie van transport in het centrale net (vooral blijven doen waar dit nog mogelijk is), maar richt je óók op het benutten van de duurzame energie die lokaal al aanwezig is.
Voor energie die je niet invliegt, zijn ook geen stoeltjes in het vliegtuig nodig!
Hoe werkt dit in de praktijk?
De Wereld van B is een visie op de logische inrichting van een duurzame decentrale energievoorziening. Aan de hand van vijf principes worden partijen in staat gesteld om energie daar te benutten waar ze al is en zo tot een lokale energievoorziening te komen. Deelnemers aan deze lokale energievoorziening zijn voor extra transportcapaciteit niet langer afhankelijk van het centrale net.
De vijf principes van B kennen een onderlinge logische volgorde en vormen samen een stappenplan dat Energy Hubs leidt naar een lokale duurzame energievoorziening.
Aan de slag
De aanpak van B is geen ABC-tje. Hij vraagt nieuwe vormen van lokale samenwerking. Vaak met bedrijven die tot voor kort slechts vage buren waren of, ingewikkelder nog, met concurrenten. En er moet worden ingegrepen in de lokale fysieke omgeving, waar ruimte toch al schaars is.
Maar deze nieuwe aanpak levert veel op: er hoeft minder te worden geïnvesteerd in het centrale net nu minder verzwaring nodig is. Bedrijven krijgen tegen een vaste investering toegang tot gratis duurzame energie (en elimineren dus het risico van volatiele, stijgende energieprijzen). Bovendien kunnen ze veel meer maatschappelijke impact maken en vergroten ze de verbinding met hun lokale omgeving wat weer leidt tot allerlei nieuwe, vaak onvoorziene kansen.
Het grootste voordeel van de lokale aanpak van B is echter dat bedrijven niet jarenlang in de wachtrij van de netbeheerder hoeven te staan (inmiddels bijna 10.000 bedrijven lang), maar door kunnen met hun duurzame groei. Dat is ten slotte waar het iedere ondernemer om gaat. En waar Nederland én de planeet wel bij varen.
----
Het gedachtegoed van de Wereld van B is ontwikkeld onder de paraplu van NP RES en wordt op steeds meer plekken in de energietransitie toegepast, uitgebreid en verdiept. Zelf geef ik in samenwerking met een groep facilitatoren inspiratiesessies ('Masterclasses') waarin deelnemers het gedachtegoed verkennen en leren toepassen. Bijvoorbeeld bij de Energy Hubs waar het in dit artikel over gaat.